Decor
Met de schrijftip van deze week keren we weer terug naar waar het voor een schrijver allemaal om draait: het verhaal. Om preciezer te zijn: het decor. Waar speelt je verhaal zich af? Kan je die wereld – imaginair of niet – tot in het kleinste detail voor je zien? Het zou wel moeten; denk de scènes die je gaat schrijven van te voren zó uit alsof je er film van wil maken.
Charles Dickens visualiseerde al zijn scènes met zijn ogen dicht. Probeer dat eens: het is een goede manier om jezelf te dwingen de wereld voor te stellen waarin je hoofdpersoon leeft. Probeer die visualisatie zo simpel mogelijk te houden: een boek wordt niet ‘literairder’ van hele omslachtige, moeilijke beschrijvingen van de wereld; een simpele maar rake observatie volstaat.
Focus
Wat een schrijver of welke kunstenaar dan ook in zijn werk doet, is het uitlichten van bijzondere details in de wereld om ons heen. Een schilder kiest een bepaald perspectief en lichtinval, een schrijver doet dat met woorden. Vergelijk het met een helverlichte bioscoopzaal – door het omgevingslicht kun je de film niet zien. Een kunstenaar verduistert de ruimte, haalt alle overbodige ruis weg, zodat de film zichtbaar wordt.
Probeer dan ook overbodige details te vermijden. Alledaagse handelingen, gedachtes en dialogen dienen zo veel mogelijk vermeden te worden. Je schrijft immers niet over het dagelijks leven, je schrijft een roman, waarin iedere zin en iedere handeling als het goed is in dienst staan van het verhaal. Denk je decor uit tot in de kleinste details, zolang het maar wel núttige details zijn.